PDN JAARBERICHT 2021 INHOUD
  • Wat vindt het
    verantwoordingsorgaan?

Het verantwoordingsorgaan (VO) heeft als taak om een oordeel te geven over het handelen van het bestuur en om over een aantal belangrijke zaken te adviseren. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit acht leden.

De samenstelling per juni 2021

  • Wil Beckers-P1050064
    Wil
    Beckers

    Voorzitter
    Gekozen uit en door pensioengerechtigden

  • Harry Govers_cropped
    Harry
    Govers

    Gekozen uit en door pensioengerechtigden

  • Etha van de Wiel-Foto voor VO PDN 2019.05.02
    Etha
    van de Wiel

    Gekozen uit en door pensioengerechtigden

  • Noteborn Albert origineel
    Albert
    Noteborn

    Gekozen uit en door pensioengerechtigden

  • Silvertand Mark_1
    Marc
    Silvertand

    Gekozen uit en door werknemers

  • Peter Pasmans-20130821_portretfoto
    Peter
    Pasmans

    Gekozen uit en door werknemers

  • Lemon Laurine
    Laurine
    Lemon

    plv. Voorzitter
    Aangewezen door DSM Nederland

  • PeterCoomans
    Peter
    Coomans

    Aangewezen door DSM Nederland

Het oordeel van het verantwoordingsorgaan over 2021

Het VO constateert dat de aanbevelingen over 2020, alsmede de speerpunten 2021 zoals benoemd in het VO-verslag over 2020 maar deels zijn uitgevoerd. Met name de discussie over de toekomstige positionering van het fonds, de daarbij passende governance en het robuustheidsonderzoek van de pensioenuitvoeringsorganisatie zijn nog onderhanden. Ook de uitwerking van het communicatiebeleidsplan naar een meer strategisch communicatie beleidsplan werd in 2021 niet gerealiseerd. Alle nog niet afgehandelde punten zijn opnieuw onderdeel van de aanbevelingen 2021 en speerpunten 2022.

 

Samenvattend oordeel

Het VO is van oordeel dat het in 2021 door het bestuur vastgestelde beleid en de genomen bestuursbesluiten in het belang van de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden is. Bij het nemen van besluiten heeft het bestuur op evenwichtige wijze gehandeld door de belangen van alle belanghebbenden mee te nemen in zijn besluitvorming. Het bestuur heeft daarbij de formele en informele adviezen en aanbevelingen van het VO op adequate wijze meegenomen.

 

Aanbevelingen

Op basis van zijn bevindingen doet het VO volgende aanbevelingen:

Wet Transitie toekomst pensioenen

  • Houd het VO gedurende het transitieproces (en de daarin te onderscheiden fases van oriëntatie, arbeidsvoorwaardelijke fase, onderbrengingsfase en implementatie) betrokken in de voortgang.
  • Finaliseer de roadmap op korte termijn en benoem daarin ook de momenten waarop actie van het VO verwacht wordt en voorkom door het duidelijk aangeven van tijdslijnen en deadlines dat het VO aan het eind van het traject in tijdnood zou kunnen komen.
  • Faciliteer tijdig adequate kennisopbouw binnen het VO om zijn rol waar te kunnen maken.
  • Finaliseer fase 2 van het robuustheidsonderzoek en deel de uitkomsten met het VO.
  • Oefen, vanwege de benodigde tijd voor het transitietraject, druk uit op de werkgever om een standpunt in te nemen hoe de arbeidsvoorwaarde pensioen in de toekomst te organiseren en inventariseer de ontwikkelingen bij werkgever DSM, de aangesloten ondernemingen en het pensioenfonds Sabic en expliciteer de mogelijk consequenties en risico’s hiervan voor PDN.

 

Governance

Houdt de in 2021 door ons gedane aanbeveling met betrekking tot de evaluatie van het huidige bestuursmodel om de voor de toekomst gewenste governance structuur vast te stellen aan. Mede met het oog op het transitietraject.

 

Pensioenen

  • Maak een realistische inschatting van de indexatiemogelijkheden voor de komende jaren en communiceer transparant aan deelnemers wat naar verwachting de reële ontwikkeling van hun rechten de komende jaren zal zijn.
  • Leg in het (populair)jaarverslag en andere publicaties verantwoording af over het niet realiseren van de indexatie ambitie en welke factoren daarop van invloed zijn (geweest).
  • Zorg dat deelnemers daadwerkelijk begrijpen hoe hun rechten zich ontwikkelen (in een positief, negatief en meest waarschijnlijk scenario) en wat dat betekent voor hun inkomensplaatje nu (gepensioneerden) en op termijn (actieven en slapers). Zet deelnemers aan om na te denken over de uitkomsten en mogelijkheden die ze hebben om zelf aanvullende maatregelen te nemen.
  • Het VO pleit ervoor om in de toekomstparagraaf dekkingsgraad prognoses op te nemen en in het bestuursverslag de impact van de realisatie hiervan op een mogelijke indexering.

 

Communicatiebeleid

  • Definieer als bestuur communicatie beliefs en veranker deze in de strategische communicatie visie.
  • Zorg voor een transparante, makkelijk begrijpbare en tijdige proactieve communicatie uitgaande van door sociale partners gemaakte afspraken over premie als het gaat om opbouw van nieuwe rechten en de consequenties voor toekomstige inkomenssituatie van deelnemers.
  • Zorg dat deelnemers getriggerd worden om de communicatieboodschap op te pikken en zo nodig handelend op te treden.

 

Beleggingen

  • Leg deelnemers in de PPS uit wat de gevolgen van het risicomijdend beleid zijn voor de aanpassing van hun opgebouwd kapitaal.
  • Meer aandacht in jaarlijkse brief over de effecten van het NPR-rendement op de individuele uitkering.
  • Informeer deelnemers intensiever over de stappen die het fonds reeds gezet heeft m.b.t. de duurzaamheidsagenda en verdere ontwikkelingen die voorzien zijn. Alsmede over de relatie tussen duurzaamheid en rendement.

 

Speerpunten 2022

De belangrijkste speerpunten waarop het VO in 2022 wil focussen:

  • Planning (roadmap) en voortgang van het   transitie traject Wet toekomst pensioenen inclusief specifieke kennisvergaring binnen het VO. Mede in relatie hiermee de strategische toekomstvisie van het fonds, de governance structuur, en met inachtneming van de uitkomsten uit het robuustheidsonderzoek van de pensioenuitvoeringsorganisatie;
  • De huidige uitvoeringsovereenkomst die een looptijd van 2 jaar heeft en einde 2022 afloopt. In de overeenkomst is de mogelijkheid opgenomen om deze eenmalig met een jaar te verlengen. Het VO zal de ontwikkelingen in deze nauwgezet volgen met name als het gaat om de naleving van de gemaakte afspraak dat de negatieve impact van de nieuwe opbouw van rechten op de dekkingsgraad maximaal 1% mag zijn over de periode 2021-2025;
  • De in de ERB voorziene uitwerking van de aangegeven acties en indien aan de orde het oppakken van trigger points;
  • De communicatie over hoe en in welke mate de ambitie van het fonds (volledige compensatie van loon- dan wel prijsinflatie) wordt gerealiseerd;
  • Het volgen van de ontwikkeling van een strategische communicatie visie.